Pedagogisch klimaat

Pedagogisch klimaat

focus op het individu

Benadering en opvoeding

Gehechtheidstheorie

Hechting is een belangrijk thema in de ontwikkelingspsychologie. Een veilige gehechtheidsrelatie ontstaat als de ouders of verzorgers adequaat reageren op de signalen van het kind. Het gaat om sensitiviteit en responsiviteit. Sensitief betekent gevoelig zijn voor de signalen die een kind afgeeft, ofwel signalen opmerken en op de juiste manier interpreteren. Responsief wil zeggen een reactie geven die aansluit bij de vraag van het kind. Door sensitief en responsief te reageren, krijgt het kind drie essentiële boodschappen van de opvoeder: 

-“jij bestaat voor mij” (bestaansrecht); 

-“jij bestaat op jouw manier voor mij” (persoonsrecht); 

-“ik zal er altijd voor je zijn als je me nodig hebt” (onvoorwaardelijke acceptatie). 

Door deze boodschappen ontwikkelt het kind basisvertrouwen in zichzelf en vertrouwen in de ander. Een veilige hechting heeft in brede zin belangrijke positieve effecten op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Een gezonde gehechtheid helpt kinderen bij (Zaal e.a., 2009): 

-de ontwikkeling van een positief zelfbeeld; 

-op passende wijze uiting geven aan impulsen; 

-beter kunnen omgaan met stressvolle situaties; 

-een optimale hersenontwikkeling; 

-de ontwikkeling van logisch denken; 

-zicht krijgen op eigen en andermans gevoelens; 

-de ontwikkeling van geweten; 

-een (langdurige) relatie op te bouwen met zichzelf en anderen. 

Juntos en Hechting

Hechting is een belangrijk thema voor een gezinshuisouder. Volgens Schuengel (2006) treden vanzelf gehechtheidsprocessen in werking tussen een kind/jongere en de vervangende opvoeder. Als de gezinshuisouder zich hiervan bewust is en op een adequate manier tegemoet komt aan de behoefte van het kind, kan de gezinshuisplaatsing de negatieve spiraal doorbreken en correctieve ervaringen bieden. 

Juntos investeert in het opbouwen van een hechte band tussen het kind en de gezinshuisouder. Het kind kan daardoor vertrouwen ontwikkelen in de emotionele beschikbaarheid van een ouderfiguur. Belangrijk is volgens Schuengel dat het kind ervaart dat hij te rade kan gaan bij de vervangende opvoeder en dat het contact helpt om moeilijke uitdagingen beter aan te kunnen. Essentieel is het bieden van een veilige basis, in combinatie met het bieden van de gelegenheid tot zelfstandig worden/ autonomie. De gezinshuisouder is dus voor de kinderen een nieuw rolmodel voor sociale relaties, een betrouwbare proeftuin. Wel heeft de gezinshuisouder te maken met de eerdere gehechtheidservaringen van het kind. Kinderen passen de strategieën die ze leren in een gehechtheidsrelatie om pijn en gekwetstheid te voorkomen, ook toe in andere relaties. Bijvoorbeeld door hun gedrag aan te passen of door de aandacht af te wenden van wat ze op dat moment voelen.

Op grond van het intern werkmodel concludeert het kind: “Op volwassenen kun je niet terugvallen‟. Vanuit de gehechtheidstheorie is continuïteit in de opvoedsituatie van groot belang. Wetenschappers zijn het erover eens dat kinderen gebaat zijn bij stabiele gehechtheidsrelaties (Juffer, 2010). Dat betekent dat wisselingen van gehechtheidsfiguren, overplaatsingen enzovoort, zoveel mogelijk voorkomen moet worden. Om deze reden besteedt Juntos veel aandacht aan het perspectief van het kind en wordt er een zeer goede afweging gemaakt wat qua continuïteit en stabiliteit in het belang is van het kind.

In elke leeftijdsfase doorloopt het kind ontwikkelingstaken. Dat zijn taken die op een bepaalde leeftijd aan de orde zijn zoals huilen bij honger of kirren bij plezier tijdens de baby- en kleutertijd, leren lezen en schrijven tijdens de basisschooltijd, meer toenadering zoeken tot leeftijdsgenoten en meer afstand nemen van de ouders tijdens de adolescentie, enzovoort. In ieder stadium is een bepaalde thematiek aan de orde die vertaald kan worden in concrete taken. Voor het vervullen van deze taken moet iemand vaardigheden leren. Dit is een voorwaarde voor een goed verloop van de ontwikkeling en kan daarom het beste tijdens de daartoe geëigende levensfasen gebeuren. Is dat niet het geval, dan hoeft dat nog niet te leiden tot een onomkeerbare problematische ontwikkeling. De mens is flexibel, hij kan gemiste ontwikkelingen later compenseren. Binnen elke ontwikkelingstaak zijn verschillende subtaken en vaardigheden te onderscheiden. Hoe concreter de taak inzichtelijk wordt gemaakt, des te gemakkelijker is het voor een persoon om te zien welke vaardigheden hij/zij beheerst en welke hij nog moet leren. Ontwikkelingstaken zijn afgestemd op “modale’ kinderen en ouders in onze huidige Nederlandse samenleving. Voor kinderen en ouders die in afwijkende omstandigheden verkeren kunnen bepaalde taken extra moeilijk zijn en kan er sprake zijn van meer ontwikkelingstaken. 

Juntos wil dat kinderen zichzelf kunnen zijn, een positief zelfbeeld ontwikkelen en wil kinderen de kans geven zich te ontwikkelen tot personen die goed kunnen functioneren in de samenleving. Om kinderen de mogelijkheid te bieden zich optimaal te ontwikkelen, is een goede opvoeding van belang. De volgende vier basisdoelen voor opvoeding hanteert Juntos (Riksen-Walraven, 2000):

1. Veiligheid: een veilige basis, een thuis waar kinderen zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn. Het bieden van veiligheid is van groot belang. Gebrek aan veiligheid kan het welbevinden van kinderen in de weg staan, maar verhindert tevens het realiseren van de andere opvoedingsdoelen;

2. Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie: waaronder veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit zodat kinderen zich kunnen aanpassen aan verschillende omstandigheden en problemen die zich voordoen het hoofd kunnen bieden; 

3. Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie: het ontwikkelen van o.a. communiceren, samenwerken, zich in een ander kunnen verplaatsen, conflicten voorkomen en oplossen en het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid;

4. Waarden en normen, cultuur: kinderen moeten de kans krijgen zich de waarden en normen, de cultuur eigen te maken van de samenleving waarvan zij deel uitmaken. Kinderen moeten leren om verbindingen aan te gaan, het gevoel ontwikkelen erbij te horen, ertoe te doen en deel uit te maken van de maatschappij. 

 

 Specifiek werkzame factoren

Juntos baseert de werkzame factoren op het onderzoek van De Baat e.a. (2010):

1. Betrokkenheid van de gezinshuisouder bij de behandeling van het kind; 

2. Langdurig verblijf van het kind in het gezinshuis;

3. Gedegen opleiding, training en bijscholing van gezinshuisouder;

4. Creëren van een huiselijke gezinssfeer;

5. De gezinshuisouder beschikt over een aantal kwaliteiten, waaronder zich kunnen inleven in de belevingswereld van het kind; 

Contact tussen ouders en de kinderen. Contact tussen de biologische ouders en de kinderen hangt positief samen met het succes van de plaatsing. Beslissingen over bezoek moeten echter wel zorgvuldig en op individuele basis worden genomen. Het is daarbij noodzakelijk om onderscheid te maken tussen contact met verschillende familieleden, voor verschillende doeleinden en in verschillende contexten;

6. Begeleiding en ondersteuning van de ouders. Niet alleen de gezinshuisouder, maar ook de ouders hebben behoefte aan begeleiding bij de plaatsing en de nieuwe rolverdeling. Deze begeleiding moet worden vormgegeven op basis van het gezamenlijk geformuleerde hulpverleningsplan.

 

Opvoedingsstijl

Opvoeding is een belangrijke factor die bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen, maar tevens een rol kan spelen in de ontwikkeling van probleemgedrag wanneer deze niet optimaal is. Door de jaren heen zijn een aantal opvoedstijlen geïdentificeerd, die over het geheel genomen positieve dan wel negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van het kind.

Juntos heeft een autoritatieve opvoedstijl. Deze stijl biedt de meeste kansen voor een positieve ontwikkeling van het kind. De autoritatieve opvoedstijl kent veel controle én veel genegenheid. Voor de doelgroep van een gezinshuis is een juiste balans hierin van extra groot belang. De gezinshuisouder stelt duidelijke regels en grenzen, geeft uitleg, houdt rekening met de wensen van de kinderen en heeft aandacht voor de autonomie bij jeugdigen. Deze stijl is assertief, maar niet dwingend.

Juntos zet het Sociaal-competentiemodel in ter versterking van individuele vaardigheden en competenties van kinderen. Het werken volgens het Sociaal-competentiemodel bepaald hoe de gezinshuisouder en het ondersteunend personeel naar kinderen en hun ontwikkeling kijken en ze aanspreken. De insteek is positief, niet: “Jij hebt een gedragsprobleem”, maar: “Jij mist de vaardigheden om te kunnen doen wat nodig is om je doel bereiken. Deze vaardigheden moet je leren”.  

De begeleiding van kinderen is competentiegericht; gericht op vaardigheden die de zelfstandige normale ontwikkeling stimuleren. Juntos helpt de zelfredzaamheid van kinderen te vergroten door het maximaliseren van bestaande vaardigheden en aanleren van nieuwe vaardigheden. Het gaat eerder om aanleren van adequaat gedrag dan het afleren van niet adequaat gedrag, waardoor het probleemgedrag zijn functie verliest, overbodig wordt en verdwijnt. Juntos benadrukt de positieve vaardigheden en protectieve factoren van kinderen. Dit werkt motiverend en laat kinderen zien dat zij hun eigen leven positief kunnen beïnvloeden.

Vertrouw op onze expertise

Neem contact op om jouw situatie in kaart te brengen.